De ontslagbeschermingsvergoeding bij de omzetting van moederschapsverlof naar vaderschapsverlof wordt opgetrokken van 3 tot 6 maanden brutoloon. De vader krijgt dus dezelfde bescherming als de moeder.
In twee specifieke gevallen kan moederschaprust omgezet worden in vaderschapsverlof:
De werknemer die het vaderschapsverlof aanvraagt, kan rekenen op een ontslagbescherming gedurende het hele vaderschapsverlof. De bescherming gaat in van zodra de werkgever op de hoogte is van de omzetting van het moederschapsverlof. Dit gebeurt schriftelijk en vóór de aanvang van het verlof.
De ontslagbescherming zorgt ervoor dat de werknemer enkel ontslagen mag worden om redenen die niets met het vaderschapsverlof te maken hebben (bv. economische redenen). Gebeurt dit toch, dan moet de werkgever, bovenop de normale ontslagvergoeding, een forfaitaire beschermingsvergoeding betalen van 3 maanden brutoloon. De bewijslast ligt bij de werkgever.
Voor werkneemsters is de ontslagbescherming groter. Bij ontslag om een reden die verband houdt met hun lichamelijke toestand door de zwangerschap of de bevalling hebben ze, bovenop de normale ontslagvergoeding, recht op een forfaitaire beschermingsvergoeding van 6 maanden brutoloon. Bovendien loopt de beschermingsperiode door tot één maand na de postnatale rustperiode.
Een wet van 11 juni 2011 brengt beide regimes nu in overeenstemming met elkaar. Het beschermingsniveau van de werknemer wordt opgetrokken door de Arbeidswet aan te passen. De beschermingsvergoeding voor de vader wordt verdubbeld tot 6 maanden brutoloon. Bovendien eindigt de beschermingsperiode voortaan pas één maand na afloop van het vaderschapsverlof.
Let wel, de Koning kan later de gevallen omschrijven waarin de beschermingsvergoeding niet verschuldigd is.
De wet van 11 juni 2011 treedt in werking op 30 juli 2011. Dat is 10 dagen na de publicatie.
Bron: Wet van 11 juni 2011 tot wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971 in verband met de bescherming tegen ontslag in geval van omzetting van moederschapsverlof in vaderschapsverlof, BS 20 juli 2011
Zie ook:
Arbeidswet van 16 maart 1971, BS 30 maart 1971 (art. 39 Arbeidswet)