Het is bekend dat een opdrachtgever of aannemer die voor het uitvoeren van werken in onroerende staat een beroep doet op een aannemer of onderaannemer, die sociale of fiscale schulden heeft, bijzonder waakzaam moet zijn. Indien de nodige inhoudingen niet worden gedaan loopt de bouwheer/aannemer het risico nogmaals te worden aangesproken voor hetzelfde bedrag vermeerderd met een boete. In de mate dat de aannemer of onderaannemer op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst reeds sociale of fiscale schulden had, zal de opdrachtgever of aannemer eveneens hoofdelijk gehouden zijn tot betaling van voormelde schulden.
Om aan deze aansprakelijkheid te ontsnappen, moet de opdrachtgever of aannemer bij het sluiten van de overeenkomst én bij elke betaling nazicht doen bij de elektronische databank van de RSZ en de fiscus. Indien hieruit blijkt dat de medecontractant sociale en/of fiscale schulden heeft, zal de opdrachtgever bij elke betaling een inhouding doen op de facturen van de medecontractant en deze doorstorten aan de RSZ en de fiscus. Deze inhouding bedraagt 35% voor sociale schulden en 15% voor fiscale schulden.
Particulieren hebben terzake geen verplichtingen doch enkel in de mate dat de bouwwerken uitsluitend betrekking hebben op het privégedeelte.
Onderstaand treft u de links naar de relevante databanken
Link sociale schulden : https://www.socialsecurity.be/web7/ppr/faces/html/consultRetainment.xhtml?language=nl_BE
Link fiscale schulden : https://eservices.minfin.fgov.be/portal/nl/public/citizen/services/attests
Het verdient hierbij de grootste aanbeveling om een outprint te maken van de resultaten van de raadpleging en deze te hechten aan de overeenkomst en de respectieve facturen.
Sinds 2012 werd er een systeem van subsidiaire of trapsgewijze aansprakelijkheid ingesteld, zodat de aannemer en onderaannemers ook hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de schulden van iedere tussenkomende onderaannemer in de keten.
Ingevolgde de Programmawet van 18 augustus 2015 (B.S. 18 augustus 2015) wordt de ketenaansprakelijkheid ook uitgebreid naar de opdrachtgever. Naast de aannemer zal voortaan dus ook de opdrachtgever subsidiair hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden als alle vorige invorderingen in de keten niet tot betaling hebben geleid.
Opdrachtgevers doen er dan ook goed aan om in aannemingsovereenkomsten duidelijke contractuele verbintenissen op te nemen voor de aannemer zodat deze eveneens de regelgeving strikt toepast en oplegt aan zijn onderaannemers. Het is aangewezen om hieraan bepaalde sancties te knopen zodat de overeenkomst in voorkomend geval tijdig kan worden ontbonden indien blijkt dat contractant zijn verbintenissen terzake niet nakomt.
Auteur: Piet DE KEERSMAECKER – Advocaat-vennoot