Voortaan kan de verkoper zonder probleem een voorschot of betaling eisen of ontvangen voor buiten de verkoopruimten afgesloten overeenkomsten. Tot nu gold er een verbod tijdens de eerste zeven werkdagen vanaf de dag volgend op de ondertekening van de overeenkomst. De wetgever vindt dit voorschot- of betalingsverbod disproportioneel en ongerechtvaardigd.
De wetgever wijst erop dat de consument al 14 kalenderdagen heeft om de overeenkomst zonder redenen en zonder bijkomende kosten te herroepen. Dit – gecombineerd met het verbod op een voorschot of betaling gedurende 7 werkdagen – kan voor problemen zorgen bij de ondernemingen. Zij zijn immers verplicht om de goederen te leveren maar krijgen er niet onmiddellijk iets voor terug. Bovendien gold dit voorschot- of betalingsverbod niet voor overeenkomsten gesloten in salons, beurzen en tentoonstellingen. Er wordt dan ook beslist om het voorschot- en betalingsverbod te schrappen.
Het verbod om een voorschot of betaling te vragen binnen zeven werkdagen wordt ook opgeheven voor de beoefenaars van een vrij beroep die een overeenkomst afsluiten buiten hun gebruikelijke plaats van beroepsuitoefening.
De artikelen 10 en 48 van de wet van 26 oktober 2015 treedt in werking op 9 november 2015.
Bron: Wet van 26 oktober 2015 houdende wijziging van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere wijzigingsbepalingen, BS 30 oktober 2015 (art. 10 en 48 DB WER)
Zie ook:
Wetboek van economisch recht (art. VI.67 en XIV.41 (1040)