nieuws

Europese regels voor handhaving detachering omgezet in Belgisch recht

20
12
‘16

De Handhavingsrichtlijn 2014/67 zorgt ervoor dat de Europese regels voor de detachering van werknemers – opgenomen in de Detacheringsrichtlijn 96/71 – gemakkelijker te controleren en af te dwingen zijn. Die handhavingsregels zijn van kracht sinds 17 juni 2014 en de lidstaten kregen tot 18 juni 2016 de tijd om ze om te zetten in hun nationale wetgeving. België komt die verplichting nu pas na.

Gemeenschappelijk kader

De Handhavingsrichtlijn wil de toepassing versterken van bepaalde principes uit richtlijn 96/71, maar die tekst wordt op geen enkel punt gewijzigd en blijft dus integraal van toepassing.
Bedoeling is om het misbruik van detachering beter te kunnen voorkomen en bestrijden. De voorschriften van richtlijn 96/71 zullen in de praktijk gemakkelijker toe te passen zijn, er komen meer controlemogelijkheden en de gedetacheerde werknemers zullen gemakkelijker hun rechten kunnen opeisen. Eigenlijk komt het erop neer dat de uitvoering van Detacheringsrichtlijn wordt verbeterd door het creëren van een gemeenschappelijk kader van maatregelen tegen het ontduiken van de regels.

Let wel, de aspecten van sociale zekerheid komen hier niet aan bod. Die worden geregeld door verordening nr. 883/2004 (coördinatie van de socialezekerheidsstelsels).

Betere bescherming

De wet van 11 december 2016 is in de eerste plaats gericht op een betere bescherming van de werknemer die vanuit België wordt gedetacheerd naar een andere staat van de Europese Economische Ruimte (EER) of naar Zwitserland.

Daartoe wordt een ?beschermingsprincipe? ingevoerd. Dat bepaalt dat een werknemer die vanuit België gedetacheerd wordt en die een gerechtelijke of administratieve procedure opstart of heeft opgestart om de arbeidsvoorwaarden waar hij recht op heeft af te dwingen, geen enkele nadelige behandeling mag ondervinden van zijn werkgever omwille van deze procedure.
Is er effectief sprake van een benadeling, dan moet de gedetacheerde werknemer zich tot de bevoegde Belgische burgerlijke rechtbanken kunnen richten om een schadevergoeding te krijgen.

Begrip detachering

De wet van 11 december 2016 verduidelijkt het begrip detachering en het daarmee samenhangend probleem van de controle op de arbeidsvoorwaarden.

Daartoe introduceert men een reeks feitelijke elementen die moeten leiden tot een betere beoordeling van de detachering. Bedoeling is uiteraard om situaties die in werkelijkheid geen detacheringen zijn, te kunnen duiden om ze dan beter te kunnen aanpakken. Denk hier bijvoorbeeld aan het fenomeen van de postbusbedrijven.
Men hanteert daartoe niet-exhaustieve lijsten met feitelijke elementen die de sociale inspectie en de rechtbanken kunnen gebruiken om detacheringsituaties te onderscheiden van schijnsituaties:

1/ De eerste niet-exhaustieve lijst van feitelijke elementen heeft betrekking op de beoordeling van het begrip gedetacheerde werknemer, namelijk: op het tijdelijk karakter van de door de werknemer in België verrichte prestaties.
Gedetacheerde werknemers zijn werknemers die tijdelijk arbeidsprestaties verrichten in België en die, hetzij gewoonlijk werken op het grondgebied van één of meer andere landen dan België, hetzij zijn aangeworven in een ander land dan België.

2/ De tweede niet-exhaustieve lijst heeft betrekking op de beoordeling van de daadwerkelijke vestiging in het vestigingsland van waaruit de onderneming haar diensten verricht. Of de onderneming in dat land daadwerkelijk substantiële activiteiten verricht. Bedoeling is om zogenaamde ‘postbusondernemingen’ te weren.
Die tweede lijst maakt deel uit van de omschrijving van het begrip werkgever. Werkgevers zijn in deze context de natuurlijke personen of rechtspersonen die werknemers tewerkstellen en van wie de onderneming in een ander land dan België daadwerkelijk substantiële activiteiten verricht, namelijk: activiteiten andere dan uitsluitend intern beheer of administratieve activiteiten.

Sociale inspectie

Daarnaast voert de nieuwe wet ook controlemaatregelen in die de inspectiediensten moeten versterken bij de uitoefening van het toezicht op de arbeidsvoorwaarden die men moet naleven bij de detachering.

Concreet wordt bijvoorbeeld de mogelijkheid voor de inspectiediensten ingevoerd om aan een werkgever die werknemers naar België detacheert een aantal documenten op te vragen, zoals de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde werknemer, het overzicht van zijn werkuren en de bewijzen van de betaling van zijn loon.

Verder voorziet de wet ook in de mogelijkheid voor de inspectiediensten om van de werkgever een vertaling in één van de landstalen of in het Engels te eisen van de documenten die ze opvragen. En de wetgever stelt de verplichting in voor de detacherende werkgever om een verbindingspersoon aan te duiden die de voor controle benodigde sociale documenten aan de inspectiediensten moet bezorgen. Dit zal de overdracht van documenten aan de inspectiediensten vereenvoudigen en het contact met buitenlandse werkgevers verbeteren.
Er wordt een omschrijving van het begrip ‘verbindingspersoon’ ingevoegd. Dat is een natuurlijke persoon die wordt aangewezen door de werkgever om, voor rekening van deze laatste, het contact te verzekeren met de ambtenaren (aangewezen bij KB). Hij kan worden gecontacteerd om elk document of advies te bezorgen of in ontvangst te nemen dat betrekking heeft op de tewerkstelling van de werknemers die gedetacheerd zijn in België. Let wel, de verbindingspersoon handelt steeds ‘voor rekening van de werkgever die detacheert’. Het is dus de detacherende werkgever die alleen juridisch aansprakelijk blijft voor het bezorgen van de documenten die betrekking hebben op de tewerkstelling van in België gedetacheerde werknemers, en die opgevraagd worden door de inspectiediensten.

Hoofdelijke loonaansprakelijkheid

De wet van 11 december 2016 voert in de Loonbeschermingswet een specifiek regime van hoofdelijke loonaansprakelijkheid in voor de directe medecontractant bij bouwactiviteiten. Bedoeling is om het regime na een jaar te evalueren.

Deze regeling geldt voor alle in België tewerkgestelde werknemers, dus zowel nationale als gedetacheerde werknemers. Een opdrachtgever of aannemer zal ingeval van gehele of gedeeltelijke niet-betaling van het verschuldigde loon door zijn rechtstreekse (onder)aannemer aan diens werknemers, hoofdelijke aansprakelijk zijn voor de betaling van het loon binnen deze regeling. De bestaande hoofdelijke aansprakelijkheden voor lonen blijven bestaan.

Grensoverschrijdende tenuitvoerlegging

Tot slot kunnen we de oprichting van het door de richtlijn voorziene Europese systeem voor grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve sancties en boetes aanstippen.

Uit het bijhorend commissieverslag blijkt dat in de praktijk op Europees niveau veel problemen werden vastgesteld bij de invordering van administratieve financiële sancties of boetes, die opgelegd worden aan een werkgever die in een andere staat gevestigd is. Om die problemen op te lossen, wordt nu een systeem ingevoerd waardoor de bedragen van door een andere lidstaat opgelegde sancties en boetes ingevorderd zullen worden door Belgische instanties (en ze worden overgemaakt aan de Belgische schatkist). Uiteraard zullen de bedragen van de door de Belgische instanties opgelegde sancties en boetes, die worden ingevorderd door de instanties van een andere lidstaat, dan aan die andere lidstaat toekomen.

De Nationale Arbeidsraad (NAR) had zich uitgesproken over de ontwerptekst. In het commissieverslag stipt men aan dat er rekening werd gehouden met de opmerkingen van de sociale partners. Op verzoek van de NAR en de transportsector zal de minister bijvoorbeeld een aanvullend wetsontwerp indienen om de lessen van het arrest-Koelzsch van het Hof van Justitie van de Europese Unie om te zetten in het Belgisch recht, zo blijkt uit het verslag. De NAR steunt het verzoek van de transportsector om bij die omzetting het beginsel toe te passen dat de arbeidsovereenkomst wordt beheerst door het recht van het land of het land van waaruit de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht (arrest Koelzsch). De sector heeft zelf een tekst geformuleerd – in bijlage bij het advies – en de NAR vraagt dat die tekst opgenomen wordt in de Belgische regelgeving.

In werking

De wet van 11 december 2016 is in werking getreden op 30 december 2016.

Bron: Wet van 11 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers, BS 20 december 2016