Tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen is voor bedienden enkel mogelijk voor een ‘onderneming in moeilijkheden’.
Sinds 1 januari 2016 wordt de substantiële daling van de omzet, de productie of de bestellingen die daarop wijst, vastgesteld in vergelijking met het kalenderjaar 2008 of één van de twee kalenderjaren voor de aanvraag. De wetgever bevestigt die manier van werken én omschrijft een nieuwe hypothese die economische werkloosheid voor bedienden mogelijk maakt.
De crisiswerkloosheid voor bedienden werd ingevoerd als tijdelijke crisismaatregel. Maar sinds 1 januari 2012 is die ‘economische werkloosheid voor bedienden’ onder een aangepaste vorm verankerd in de Arbeidsovereenkomstenwet.
Dankzij de maatregel kunnen bedienden de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst tijdelijk schorsen voor maximum 16 weken (volledige schorsing) of 26 weken (gedeeltelijke schorsing, regeling van gedeeltelijke arbeid) per jaar, met behoud van de arbeidsvoorwaarden. Een regeling van gedeeltelijke arbeid met minstens 2 arbeidsdagen per week kan worden ingevoerd.
De maatregel richt zich specifiek op ondernemingen in moeilijkheden uit de privésector – onderworpen aan de cao-wet – die gebonden zijn door een sectorale cao, een ondernemings-cao of een ondernemingsplan dat het stelsel invoert.
Er gelden specifieke vormvereisten en de ondernemingsplannen worden beoordeeld door de Commissie Ondernemingsplannen. De bediende heeft bovenop zijn werkloosheidsuitkering recht op een supplement per dag van economische werkloosheid.
Of de onderneming al dan niet in moeilijkheden is, wordt op dit moment beoordeeld op basis van 3 criteria:
Nu voegt de wetgever daar nog een vierde hypothese aan toe: ‘de onderneming die door de minister van Werk wordt erkend als onderneming in moeilijkheden op basis van onvoorziene omstandigheden die op korte termijn een substantiële daling van de omzet, de productie of het aantal bestellingen tot gevolg hebben’.
De onderneming in kwestie moet in dit geval een gemotiveerd schrijven richten aan de minister. Op die manier krijgen ondernemingen die niet voldoen aan de bestaande omschrijving van onderneming in moeilijkheden, toch de kans om een beroep te doen op het stelsel van economische werkloosheid voor bedienden.
De referentieperiode met verwijzing naar het referentiejaar 2008 werd eerder al aangepast, met ingang van 1 januari 2016. De sociale partners in de Groep van Tien hadden daarover een akkoord bereikt op 14 oktober 2015. Sindsdien kan men ook kijken naar het betrokken kwartaal in één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat, in plaats van het betrokken kwartaal van het jaar 2008.
De verzamelwet van 16 mei 2016 herneemt met andere woorden de wijzigingen die al werden aangebracht door het KB van 13 december 2015 tot wijziging van het referentiejaar dat wordt gebruikt om aan te tonen dat de onderneming in moeilijkheden is. Dat KB wordt dan ook tegelijkertijd opgeheven.
Uit de toelichting bij het betreffende amendement blijkt dat de vergelijking met het jaar 2008 historisch te verklaren viel omdat de regeling van economische werkloosheid voor bedienden werd ingevoerd in 2009 als tijdelijke maatregel.
Dit onderdeel van de verzamelwet van 16 mei 2016 treedt in werking op 2 juni 2016. Dat is 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Bron: Wet van 16 mei 2016 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, BS 23 mei 2016 (art. 28-29 DB sociale zaken)
Bron: Zie ook: Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, BS 22 augustus 1978 (artikel 77/1, § 4 van de arbeidsovereenkomstenwet )