nieuws

Drone-wetgeving geldt vanaf 25 april

15
04
‘16

Het langverwachte KB dat een wettelijk kader vastlegt voor het gebruik van ?op afstand bestuurde luchtvaartuigen? (RPA) of ?drones? is op 15 april 2016 in het Belgisch Staatsblad verschenen. De regels gelden vanaf 25 april.

Wie vanaf dan met een drone wil vliegen voor privégebruik mag dat alleen nog boven privaat terrein, op maximum 10 meter boven de grond en in overeenstemming met de privacyregelgeving. Zwaardere toestellen (startmassa van 1 kg of meer) mogen hoger vliegen (tot 300 voet), maar voor zowel bestuurders als toestellen gelden strikte regels. Piloten moeten bijvoorbeeld theoretische examens en praktische proeven afleggen. Voor drones met een opstijgmassa van 5 kg of meer moeten piloten ook beschikken over vliegervaring en een geldig medisch certificaat. Al kan de minister het komende jaar – bij wijze van overgangsmaatregel – individuele toelatingen geven aan dronebestuurders met ervaring.

Niet voor recreatievluchten

Het KB ‘drones’ is van toepassing op elke RPA – dit is ieder onbemand luchtvaartuig waarvan de maximale startmassa maximum 150 kg bedraagt en dat bestuurd wordt vanaf een grondcontrolestation) – dat opstijgt of landt op het Belgisch grondgebied of een deel van zijn vlucht uitvoert in het Belgisch luchtruim, voor zover deze niet valt onder de Europese regelgeving. De bepalingen gelden echter niet voor modelluchtvaartuigen waarvan de maximale startmassa minder dan 1 kg bedraagt

  • die uitsluitend gebruikt worden voor recreatie;
  • die op maximum 10 meter boven de grond vliegen;
  • die gebruikt worden voor persoonlijke doeleinden buiten de openbare ruimte;
  • die niet vliegen in een straal van 3 km rond een luchthaven of een civiel of militaire luchthaventerrein;
  • die niet vliegen boven een industrieel complex, een gevangenis, de LNG-terminal van Zeebrugge, nucleaire installaties of een groot aantal mensen in open lucht; – waarvan de gebruiker ervoor zorgt om de veiligheid van andere luchtvaartuigen, personen of goederen op de grond, niet in gevaar te brengen; en

  • waarvan de gebruiker zich houdt aan de privacyregels.
  • Naast de uitzondering voor recreatiedrones vallen ook RPA die binnenin een gebouw gebruikt worden buiten het toepassingsgebied van het KB. Net als RPA die worden ingezet voor militaire-, douane, politie-, opsporings- en reddings-, brandbestrijdings-, kustbewakings- of soortgelijke operaties of vergelijkbare activiteiten.

    Hoe dan ook, kan de minister steeds afwijkingen toestaan op de voorwaarden uit het KB voor activiteiten van openbaar belang, zoals verkeerstoezicht of milieucontroleopdrachten die door of in naam van overheden worden uitgevoerd.

    Luchtverkeersregels

    Vliegen met een drone gebeurt deels op basis van een reeks Europese uitvoeringsverordeningen die rechtstreeks in ons land van toepassing zijn. Zo bevat Uitvoeringsverordening nr. 923/2012 bijvoorbeeld de regels voor de bediening van ‘het op afstand bestuurd luchtvaartuigsysteem’ of RPAS.

    Maar het KB bevat ook een aantal nationale bepalingen die bij elke vlucht met een RPA moeten nageleefd worden. We lichten er een aantal uit:

  • de bestuurder (of in voorkomend geval de RPA-waarnemer) moet altijd een direct zicht hebben op de drone;
  • er moet voldoende zichtbaarheid zijn;
  • er moet altijd voldoende afstand zijn met andere luchtvaartuigen;
  • de bestuurder mag niet onder invloed van alcohol, drugs of geneesmiddelen zijn;
  • alle vluchten moeten worden bijgehouden in een gedetailleerd logboek;
  • de drone moet goedgekeurd zijn door het Directoraat-generaal Luchtvaart;
  • de drone moet ingeschreven zijn in het RPAS luchtvaartregister;
  • de bestuurder moet de privacyregelgeving respecteren;
  • het opstijgen en landen van een drone vindt plaats op operatielocaties, luchtvaartterreinen of modelluchtvaarttereinen; – de bestuurders- en controleverbinding moet op elk moment van de vlucht operationeel zijn.

    Attest of bewijs van bevoegdheid

    Maar de bestuurder moet ook houder zijn van een attest van bestuurder van een RPA of bewijs van bevoegdheid voor bestuurder van een RPA. Met een attest mag men een RPA besturen met een maximum opstijgmassa minder dan 5 kg volgens de de wettelijke zichtbereikvliegvoorschriften en zonder hulp van een RPA-waarnemer. Het attest geldt alleen voor klasse 2 vluchtuitvoeringen. Dat zijn operaties tot een hoogte van 150 voet AGL in niet-gecontroleerd luchtruim (mits beperkingen). Een bewijs van bevoegdheid daarentegen is veel ruimer en geeft bestuurders de toestemming tot het besturen van een RPA bij klasse 1 vluchtuitvoeringen. Dat zijn zichtbereikvluchten tot een hoogte van 300 voet AGL in niet-gecontroleerd luchtruim.

    De vereisten voor kandidaat-bestuurders zijn dan ook zwaarder voor wie een bewijs van bevoegdheid wil. Een attest van bestuurder wordt uitgereikt aan personen die minstens 16 jaar oud zijn, die aantonen dat ze een theorieopleiding hebben gevolgd (over de luchtvaartregelgeving, meteorologie, de technologie van het luchtvaartuig, navigatieregels en privacyregelgeving) en die aan een RPAS-examinator hun praktische kennis bewijzen.

    Om een bewijs van bevoegdheid te krijgen daarentegen moet men minstens 18 jaar oud zijn, zijn vliegervaring bewijzen onder toezicht van een RPAS-vluchtinstructeur, geslaagd zijn in een theorie-examen en zijn praktische en theoretische kennis bewijzen aan een RPAS-examinator. Het bewijs is levenslang geldig, maar mag slechts worden gebruikt wanneer de bestuurder een geldig medisch certificaat kan voorleggen en tijdens de voorbije 24 maanden minstens 6 vluchten van minstens 2 uur heeft uitgevoerd.

    Bemande luchtvaartuigen altijd voorrang

    Algemeen geldt trouwens ook dat een drone altijd voorrang moet verlenen aan bemande luchtvaartuigen. Passagiersvervoer, post- of vrachtvervoer, kunstvluchten, formatievluchten, sproeien tijdens de vlucht, slepen en operaties op ATS-routes zijn in principe verboden. Maar ook kan de minister of zijn gemachtigde (de directeur generaal van het Directoraat-Luchtvaart van de FOD Mobiliteit- uitzonderingen voorzien als de geplande operaties een aanvaardbaar veiligheidsniveau bieden voor zowel het luchtverkeer als de personen en goederen op de grond.

    Vanaf 25 april 2016

    Het KB van 10 april 2016 bevat geen specifieke datum van inwerkingtreding. De bepalingen worden dus volgens de algemene regel van kracht, 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Dat is 25 april 2016.

    Al werd wel in een overgangsregime voorzien. De minister of de directeur-generaal kunnen toestemming geven aan personen die en bijzondere ervaring hebben terzake, om de functies van bestuurder van een RPA, van RPAS-vluchtinstructeur en van RPAS-examinator uit te oefenen voor een periode van een jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van het KB drones. Als de betrokkenen na dat jaar niet kunnen bewijzen dat ze voldoen aan alle vereisten uit het KB, dan wordt hun bewijs van bevoegdheid en/of bevoegdverklaring ingetrokken.

    Bron: Koninklijk besluit van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim, BS 15 april 2016.