Minister van Mobiliteit Jacqueline Galant kondigde op 31 maart 2015 de aankomende publicatie aan van het KB dat het privé gebruik en de commerciële exploitatie van drones moet regelen. Het KB is een resultaat van overleg met het DG Luchtvaart (DGLV) van de FOD Mobiliteit en Vervoer met de Landsverdediging en de Privacycommissie en de inwerkingtreding ervan is voorzien voor het najaar van 2015.
België is binnen de Europese Unie zeker geen voorloper geweest bij de totstandkoming van een specifiek regelgevend kader voor drones, desalniettemin is het huidig wetgevend initiatief aan te moedigen. De toepassingen van drones kunnen immers van groot economisch belang zijn en zijn tevens gevarieerd en innoverend. Denk maar aan toezicht, opsporing, beeldopname, thermische analyse, optimalisering in de landbouwsector, in de landmeetsector, in de industrie, in de medische sector…. de mogelijkheden lijken quasi oneindig.
In het KB wordt een opdeling gemaakt tussen privé gebruik en professioneel gebruik. Het spreekt voor zich dat er voor privé gebruik – zijnde gebruik op privé domein, los van elk commercieel aspect en tot op een hoogte van 30 meter – minder vereisten worden opgelegd aan de gebruikers. Zo hebben zij bijvoorbeeld in tegenstelling tot professionele gebruikers geen licentie nodig.
Professionele gebruikers kunnen een licentie behalen door een medische test af te leggen en door een praktische test af te leggen met een examinator die door het DGLV wordt aangeduid. Ze verliezen hun licentie indien ze niet minimum 2 uur per jaar (6 vluchten) vliegen. Teneinde de eventuele verantwoordelijke van een ongeval terug te vinden, zullen de professionele drones ook duidelijk worden ingeschreven en geïdentificeerd.
Professionele gebruikers worden nog verder in twee afzonderlijke categorieën ingedeeld naargelang de potentiële risicograad van hun activiteiten: (i) de activiteiten die bepaalde goederen of personen in gevaar zouden kunnen brengen, worden met een ‘hoog risico’ bestempeld en zullen het voorwerp uitmaken van een specifiek dossier dat geval per geval zal afgehandeld worden door het DGLV, en (ii) de overige activiteiten zullen mogelijk zijn via een algemene toelating opgesteld op grond van een operationeel handboek dat door het DGLV wordt goedgekeurd.
De internationale wetgeving, die voorrang heeft op nationale wetgeving, beschouwt drones als luchtvaartuigen en drones moeten bijgevolg ook een aantal luchtvaartregels naleven. Zo zal de toegang tot een gecontroleerd luchtruim (bv. rondom luchthavens) voor evidente reden verboden zijn voor drones, behalve mits toelating. Voor wat betreft de militaire luchtruimen garandeert Landsverdediging een dynamisch beheer. Dit zal toelaten dat dit luchtruim kan gebruikt worden door drones wanneer deze niet geactiveerd zijn voor de militairen.
De toegelaten maximale hoogte is bepaald op 300 voet (ongeveer 90 meter). Deze limiet zou de veiligheid van de bemande vluchten garanderen en tegelijkertijd aan de drones de mogelijkheid bieden om ongeveer 90% van de in het vooruitzicht gestelde opdrachten uit te voeren. Het blijft altijd mogelijk om een afwijking aan te vragen voor speciale opdrachten.
Het zal in de praktijk moeten blijken of dit wetgevend initiatief, waarbij de wetgever een moeilijke evenwichtsoefening moest maken tussen enerzijds economische belangen en anderzijds veiligheid en privacy, geslaagd is, dan wel of de weegschaal naar de ene, dan wel naar de andere kant doorslaat.
Auteur: Sofie Tempels – Advocaat