Coöperatieve vennootschapen en groeperingen van dergelijke vennootschappen die werken in overeenstemming met de coöperatieve waarden en de principes van sociaal ondernemerschap, kunnen een erkenning krijgen van de minister van Economie. Aan de erkenning zijn fiscale en sociale voordelen verbonden. Bij koninklijk besluit wordt de huidige, tijdelijke erkenning vanaf 1 juni 2016 omgevormd tot een erkenning van onbepaalde duur. Het KB sleutelt ook aan de erkenningsvoorwaarden.
De federale minister van Economie zal de groeperingen van vennootschappen die coöperatieve vennootschappen vertegenwoordigen en de zelfstandige coöperatieve vennootschappen die voldoen aan de erkenningsvoorwaarden, vanaf 1 juni 2016 voor onbepaalde duur erkennen.
Tot nu werden de erkenningen voor 4 jaar toegekend, maar vorig jaar besliste de regering dat alle erkenningen die vóór 31 mei 2015 waren toegestaan, uitzonderlijk geldig zouden blijven tot 31 mei 2016. Uiteraard op voorwaarde dat de betrokken coöperatieves de erkenningsvoorwaarden bleven respecteren.
Volgens het nieuwe KB worden ook die reeds erkende groeperingen en vennootschappen ?na de vervaldag? ? dus vanaf 1 juni 2016 ? automatisch beschouwd als groeperingen en coöperatieve vennootschapen die erkend zijn voor onbepaalde duur.
Het KB bevat in bijlage alvast een nieuw model van ?Aanvraag tot erkenning in te vullen door de groepering van coöperatieve vennootschappen’ en een model van ‘Aanvraag tot erkenning in te vullen door de coöperatieve vennootschap‘, maar die modellen zijn dus alleen nodig voor erkenningsaanvragen van nieuwe groeperingen of nieuwe vennootschappen.
De aanvraag tot erkenning kan vanaf nu ook ingediend worden per elektronische post.
Het KB somt de documenten op die bij de erkenningsaanvraag moeten worden gevoegd. Daar behoort voortaan een bewijs van oprichting bij (voor de coöperatieves die in een ander land werden opgericht), de notulen van de laatste algemene vergadering, en de jaarrekeningen van de laatste 3 boekjaren (behalve wanneer die jaarrekeningen beschikbaar zijn op een officiële site, zoals op de website van de Balanscentrale).
Het nieuwe KB brengt alle erkenningsvoorwaarden samen in één artikel. De voorwaarden werden hier en daar aangescherpt. Zo mag het dividend dat wordt uitgekeerd aan de vennoten, niet hoger zijn dan 6% van de nominale waarde van de aandelen, na aftrek van de roerende voorheffing.
En een – niet nader bepaald – deel van de jaarlijkse inkomsten moet vanaf nu voorbehouden worden voor ‘informatieverstrekking aan, en opleiding van de huidige of potentiële leden of het grote publiek’.
Het voornaamste doel van een erkende coöperatieve vennootschap is nog steeds het verschaffen van een economisch of sociaal voordeel aan haar vennoten, ?ter bevrediging van hun beroeps- of persoonlijke behoeften?, zoals het zo mooi in de wet staat. Maar als dat voordeel bestaat uit een coöperatieve teruggave, dan kan dat nog enkel toegekend worden ‘naar rata van de verrichtingen die de vennoten met de vennootschap hebben gedaan’, voegt het nieuwe KB daaraan toe.
Nog nieuw is dat de bestuurders vanaf nu elk jaar een bijzonder verslag moeten opstellen over de wijze waarop de vennootschap toezicht houdt op de erkenningsvoorwaarden. In het bijzonder over de wijze waarop de vennootschap toezicht houdt op de voorschriften over het dividend en de informatieverstrekking en opleiding. In voorkomend geval moet die informatie ook opgenomen worden in het jaarverslag dat de bestuurders moeten opstellen in uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen. Als de bestuurders geen jaarverslag moeten opstellen, moeten zij het bijzonder verslag bewaren op de zetel van de vennootschap.
Daar zullen de ambtenaren van de FOD Economie het kunnen inkijken. De ambtenaren krijgen immers de opdracht om regelmatig na te gaan of de voor onbepaalde duur erkende groeperingen en erkende coöperatieve vennootschappen, hun erkenningsvoorwaarden nog steeds naleven. Daartoe kunnen de ambtenaren bijkomende inlichtingen én het bijzonder verslag opvragen.
In werking:
Bron: Koninklijk besluit van 4 mei 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot erkenning van de nationale groeperingen van coöperatieve vennootschappen en van de coöperatieve vennootschappen, BS 17 mei 2016.