De verkoopprijs van een onroerend goed mag vanaf 1 januari 2014 niet meer contant worden betaald. Tot dan wordt het grensbedrag voor de betaling in contanten verlaagd van 15.000 euro tot 5.000 euro.
Vanaf 16 april 2012 mag de verkoopprijs van een onroerend goed enkel vereffend worden via overschrijving of cheque, uitgezonderd voor een bedrag tot 10% van de verkoopprijs, en voor zover dit bedrag niet hoger is dan 5.000 euro (i.p.v. 15.000 euro).
De verkoopovereenkomst en -akte moeten het nummer van de financiële rekening vermelden waarlangs het bedrag werd of zal worden overdragen.
Vastgoedmakelaars, landmeters-experten die vastgoedactiviteiten uitoefenen en notarissen die vaststellen dat deze regels niet werden nageleefd, moeten dit onmiddellijk schriftelijk of elektronisch melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI).
De verkoopprijs van een onroerend goed mag vanaf 1 januari 2014 niet meer contant worden betaald. Hij mag vanaf dan enkel nog betaald worden via overschrijving of cheque.
Op de verkoopovereenkomst en -akte moet nog altijd het nummer van de financiële rekening staan waarlangs het bedrag werd of zal worden overdragen. En ook de meldingsplicht van de vastgoedmakelaars en notarissen blijft gelden.
Deze maatregel komt er als gevolg van de versoepeling van het bankgeheim. Nu bankrekeningen niet langer ontoegankelijk zijn voor de fiscus, bestaat immers het risico dat er terug wordt overgestapt naar betaling in contanten.
Deze maatregel treedt in werking op 16 april 2012.
Bron: Programmawet (I) van 29 maart 2012, BS 6 april 2012 (ed. 3), 22.143 – art. 170 en art. 177.
Zie ook:
Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, BS 9 februari 1993 (antiwitwaswet) ? art. 2 §1 19°, art. 3 1° en art. 20.