nieuws

Brusselse ondernemingen ondervinden geen gevolgen van uitbreiding emissiehandel

04
04
‘11

Brussel onderwerpt achttien nieuwe activiteiten aan het stelsel van de emissierechtenhandel en voert zo richtlijn 2009/29 uit. Maar aangezien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geen enkele onderneming heeft die actief is op één van die achttien domeinen, heeft de ordonnantie van 3 februari 2011 geen praktische gevolgen.

Alleen voor Audi en Electrabel

De handel in broeikasgassen wordt in Brussel geregeld door een ordonnantie van 31 januari 2008. De ordonnantie onderwerpt negen activiteiten aan het regime van de emissiehandel. In de praktijk zijn er maar twee ondernemingen die onder die negen activiteiten vallen: Audi Vorst, dat verantwoordelijk is voor negen tienden van de emissies, en Electrabel.

Ook geen nieuwe activiteiten

Richtlijn 2009/29 breidde het emissiehandelssysteem uit tot achttien nieuwe activiteiten, waaronder de productie van aluminium, van ammoniak en van gipsplaten, staalwalserijen, en de stockage van broeikasgassen. De ordonnantie van 3 februari 2011 integreert die nieuwe activiteiten in de bestaande ordonnantie. Maar volgens minister van Leefmilieu, Evelyne Huytebroeck, zijn er in het Brussels gewest ook geen ondernemingen die één van die nieuwe activiteiten uitoefenen.
De richtlijn wordt in Brussel enkel omgezet om puur formele redenen; omdat Europa dat wil.
De omzetting is echter niet volledig, want in de lijst met activiteiten ontbreekt het type broeikasgas waarvoor elke activiteit onder de emissierechtenhandel valt. Is dat alleen voor koolstofdioxiden (CO2)? Of is dat ook voor andere broeikasgassen, zoals distikstofoxiden (N2O) of perfluorkoolstoffen (pfk’s)?

Wat met de luchtvaartactiviteiten?

Brussel zet de luchtvaartactiviteiten voorlopig niet op de lijst van activiteiten die onder de emissierechtenhandel vallen. Het is namelijk niet duidelijk of de gewesten de luchtvaartactiviteiten moeten integreren in hun regionale wetgeving – omdat zij bevoegd zijn voor milieu –, of dat een uitvoering op federaal vlak volstaat. Minister Huytebroeck wacht daar op een uitspraak van het Grondwettelijk Hof: “Het lijkt niet opportuun die richtlijn om te zetten, zolang de kwestie van de verdeling van de bevoegdheden niet is opgehelderd” (Parl.St. Br.Parl. A-138/2, 14 december 2010, 5).
Hoedanook, zelfs άls Brussel de luchtvaartactiviteiten moet opnemen in zijn gewestelijke reglementering op de emissiehandel, dan nog blijft dat dode letter, omdat er binnen de grenzen van het gewest geen luchthaven ligt.

Bron:Ordonnantie van 3 februari 2011 [tot wijziging van de] ordonnantie van 31 januari 2008 houdende de vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en met betrekking tot de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto, BS 10 februari 2011 (ed. 2), 10.493.

Zie ook:
Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden.