Instrumenterende ambtenaren mogen sinds 1 april 2014 authentieke akten elektronisch aanbieden voor de formaliteit van registratie en hypothecaire openbaarmaking. Het KB van 14 maart 2014 dat deze mogelijkheid heeft ingevoerd, wordt aangepast omdat er in de praktijk een en ander moest worden bijgestuurd.
Verschillende bepalingen van het KB van 2014 worden aangepast om rekening te houden met de noodzaak om bij sommige verrichtingen ook het repertoriumnummer te vermelden.
Wanneer de instrumenterende ambtenaar zijn akte op gematerialiseerde wijze ter registratie aanbiedt, moet hij een uitgifte van de akte met vermelding van het repertoriumnummer elektronisch overmaken (art. 2 van het KB van 14 maart 2014).
Hetzelfde geldt in de verschillende gevallen van elektronische verzending van de akte met het oog op de uitvoering van de hypothecaire openbaarmaking (vraag om overschrijving, inschrijving, doorhaling van een inschrijving of kantmelding; art. 3 van het KB van 14 maart 2014).
Krachtens artikel 171 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten moeten alle uitgiften, kopieën van of uittreksels uit een burgerlijke of gerechtelijke authentieke akte die aan de registratieformaliteit onderworpen is (of daarvan door de Koning in bepaalde voorwaarden vrijgesteld is), op straffe van een boete van 25 euro, een kopie van de vermelding van de registratie of van de vermelding van de te verrichten betaling bevatten.
Het KB van 14 maart 2014 bepaalt reeds dat deze verplichting niet geldt wanneer er een uitgifte van een akte wordt gemaakt met het oog op de aanbieding ervan voor de formaliteit van de registratie.
De regering voegt er nu aan toe dat een gelijkaardige afwijking wordt toegekend voor:
De bijlage bij het KB van 2014 bevat de lijst van metagegevens die bij een gedematerialiseerde aanbieding ter registratie moeten worden overgemaakt. Ze wordt nu nader gepreciseerd.
Zo moet bij een onbeheerde nalatenschap de overledene zelf als partij worden beschouwd. Ook bij een verkrijging van een onroerend goed als vervroegde wederbelegging moet de tussenkomende echtgenoot als partij worden aangemerkt.
Deze hoedanigheid van partij bij de rechtshandeling houdt in dat hun naam, voornamen en rijksregisternummer (of het nummer bisregister) onder de overgemaakte metagegevens moeten voorkomen (punt I.C van de bijlage bij het KB van 14 maart 2014).
Bovendien moeten voortaan bepaalde metagegevens overgelegd worden in het kader van de fusie- of splitsingsakten van rechtspersonen.
Worden immers als partij bij de rechtshandeling beschouwd (nieuw punt IIIbis van de bijlage):
Vermits deze rechtspersonen voortaan als partijen bij de akte worden beschouwd, moeten hun maatschappelijke benaming (of naam), hun rechtsvorm en hun ondernemingsnummer (of, voor de nieuw opgerichte rechtspersonen, het adres van de zetel en, in voorkomend geval, van de statutaire zetel) opgenomen zijn onder de metagegevens die bij een gedematerialiseerde aanbieding ter registratie worden overgemaakt.
Deze aanpassingen zijn van kracht sinds 1 januari 2017.
Bron: Koninklijk besluit van 3 augustus 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 houdende regeling van de aanbieding van akten van bepaalde instrumenterende ambtenaren tot de registratieformaliteit en tot de hypothecaire openbaarmaking, BS 15 december 2016.
Zie ook:
Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, BS 1 december 1939 (W.Reg.).