De rechter moet de nutteloos gemaakte gerechtskosten voortaan laten betalen door de partij die ze foutief gemaakt heeft. Ook als die de zaak gewonnen heeft. Hij mag ze niet – zoals de andere kosten – automatisch ten laste leggen van de in het ongelijk gestelde partij.
Sommige partijen in een rechtszaak doen nutteloze kosten. Dat kan bv. het geval zijn wanneer een partij kiest voor een dagvaarding terwijl de vordering ook bij een verzoekschrift kan ingesteld worden, wat goedkoper is. Of wanneer men kiest voor een gerechtelijke procedure terwijl de zaak ook evengoed kan afgehandeld worden via een administratieve procedure, bijvoorbeeld bij een onbetwiste schuldvordering.
De rechter moet de foutief gemaakte nutteloze kosten voortaan ambtshalve ten laste leggen van de partij die ze gemaakt heeft. Recht spreken is een kostelijke zaak, ook voor de gemeenschap, zodat het zuinig daarmee omspringen de openbare orde raakt. De rechter moet dus ambtshalve ingrijpen wanneer er foutief nutteloze kosten worden gemaakt. Hij mag dit soort kosten niet automatisch laten betalen door de in het ongelijk gestelde partij, wat wel kan voor de niet-nutteloos gemaakte kosten. Hij moet ze daarentegen laten betalen door de partij die ze heeft gemaakt.
Als de gerechtelijke procedure in zijn geheel overbodig is gebleken – bv. wanneer een administratieve procedure mogelijk is en er geen reden is om die niet te volgen – zullen niet alleen de foutief veroorzaakte nutteloze kosten ten laste komen van de eiser, maar zal hij ook geen rechtsplegingsvergoeding (dat is de tussenkomst van de verliezende partij in de advocatenkosten van de in het gelijk gestelde partij) krijgen. Op die manier wordt uitgesloten dat een gerechtelijke procedure alleen wordt opgestart om een rechtsplegingsvergoeding te krijgen.
Nog dit. Door te eisen dat de nutteloze kosten foutief moeten zijn veroorzaakt, eist de wetgever dat een normaal voorzichtig persoon, in dezelfde omstandigheden, rederlijkerwijze anders zou hebben gehandeld. Is dat niet het geval, dan zijn de nutteloze kosten niet foutief veroorzaakt en moeten ze niet ambtshalve ten laste gelegd worden van de partij die ze heeft gemaakt.
Artikel 81 van de wet van 25 december 2016 is in werking getreden op 1 januari 2017.
Bron: Wet van 25 december 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie, BS 30 december 2016 (art. 81 Potpourri IV)
Zie ook:
Gerechtelijk Wetboek (art. 1017)