news

Voorrecht niet-betaalde verkoper roerende goederen: geen neerlegging facturen en publiciteitsvereiste meer (art. 45 DB Justitie)

01
03
‘13

Op basis van art. 20, 5° van de Hypotheekwet genieten niet-betaalde verkopers van roerende goederen een bijzonder voorrecht op andere schuldeisers om de prijs van de niet-betaalde goederen van de koper te verkrijgen. Het voorrecht ontstaat op het ogenblik van de levering van het goed aan de koper. Het behoud van het voorrecht (gedurende 5 jaar) is momenteel verbonden aan een administratieve formaliteit: binnen een termijn van 15 dagen te rekenen vanaf de levering, moet een ?door de verkoper eensluidend verklaard afschrift van de al dan niet aanvaarde factuur of van elke andere akte waaruit de verkoop blijkt’ worden neergelegd op de griffie van de handelsrechtbank van de woonplaats, of bij gebreke hiervan, de verblijfplaats van de koper. De griffier stelt op zijn beurt een akte van neerlegging op het afschrift. De afschriften worden in een boekdeel verzameld en hiervan wordt een dagelijks bij te houden index op steekkaarten aangelegd. Iedereen die erom vraagt en vooraf de identiteit van de koper opgeeft, krijgt inzage.

De formaliteiten m.b.t. de neerlegging en openbaarmaking worden nu geschrapt. Ze dateren immers nog uit de tijd dat er nog geen btw-controles gedaan werden en er geen boekhouding werd bijgehouden. De komst van onder andere de geïnformatiseerde boekhouding maakt de vereisten overbodig. De opheffing moet zorgen voor minder werklast bij de griffies van de rechtbanken van koophandel.

Herinner dat het voorrecht in art. 20, 5° van de Hypotheekwet niet meer geldt wanneer de roerende goederen onroerend zijn geworden door bestemming of incorporatie, behalve indien het machines, toestellen, gereedschappen en ander bedrijfsuitrustingsmaterieel betreft, gebruikt in nijverheids-, handels- of ambachtsondernemingen.

Dit onderdeel van de verzamelwet Justitie van 14 januari 2013 treedt in werking op 1 september 2013. De Koning kan deze datum wel vervroegen.

Bron: Wet van 14 januari 2013 houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie, BS 1 maart 2013. (art. 45)

Zie ook
Hypotheekwet (art. 20, 5°)
Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering en informatiseringsvooruitgang binnen justitie, Parl. St. Kamer 2011, Amendement nr. 89, 53K1804/007.