news

Uitstel voor verplichte informatiefiche en risicolabel bij commercialisering financiële producten

10
06
‘15

Om niet-professionele cliënten een beter zicht te bieden op de risicograad van een financieel product, heeft het KB van 25 april 2014 informatieverplichtingen ingevoerd die banken, financiële instellingen en verzekeraars moeten naleven bij de commercialisering van hun financiële producten. Hetzelfde KB reguleert ook de reclame voor financiële producten bij niet-professionele cliënten.

Zowel de informatieverplichtingen als de reclameregels worden van toepassing op 12 juni 2015. Maar een KB van 2 juni 2015 stelt de toepassing van sommige verplichtingen en reclameregels uit tot een latere datum.

Uitstel voor verplichte informatiefiche

Het KB van 25 april 2014 verplicht banken, financiële instellingen en verzekeraars om bij de commercialisering van hun financiële producten (bankrekeningen, effecten, spaarproducten, verzekeringsproducten, enz.) aan niet-professionele cliënten vooraf een informatiefiche te bezorgen (een bondig, gestandaardiseerd en makkelijk te begrijpen document waarin een aantal gegevens verplicht zijn opgenomen). De modellen van deze informatiefiches zitten in bijlage bij het KB van 25 april 2014.

Het toepassingsgebied en de doelstellingen van het KB van 25 april 2014 zijn deels identiek aan die van ‘Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten’ (PRIIP?s-verordening).

Bij de goedkeuring van het KB van 25 april 2014 was de definitieve tekst van de PRIIP’s-verordening echer nog niet vastgesteld. De auteurs van de ontwerptekst van het KB van 25 april 2014 wisten wel dat enkele bepalingen van die tekst onverenigbaar zouden kunnen zijn met de toekomstige PRIIP’s-verordening, en hebben het KB daarom pas 1 jaar na de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad in werking laten treden, nl. op 12 juni 2015.

Op dit moment is het voorbarig om de inhoud van het KB van 25 april 2014 op de inhoud van de PRIIP’s-verordening af te stemmen, aangezien de uitvoeringsmaatregelen van deze verordening nog niet zijn vastgesteld. Om te voorkomen dat de banken, financiële instellingen en verzekeraars de door hen gebruikte modelfiches later zouden moeten aanpassen, stelt het KB van 2 juni 2015 de inwerkingtreding van de bepalingen van het KB van 25 april 2014, die inhoudelijk met de bepalingen van de PRIIP’s-verordening zouden kunnen interfereren, tijdelijk uit.

Het KB van 2 juni 2015 stelt niet alleen de inwerkingtreding van de modellen van informatiefiche als bijlage bij het KB van 25 april 2014 uit tot een latere bij KB te bepalen datum, maar ook de inwerkingtreding van de verplichting om een informatiefiche op te stellen, en de desbetreffende regeling (Titel 2 ?Verplichte informatiefiche?, KB van 25 april 2014).

Dit uitstel geldt ook voor de financiële producten die niet door de PRIIP’s-verordening worden geviseerd, maar toch onder de toepassing van het KB van 25 april 2014 vallen.

Opgelet !
De verplichting om een informatiefiche op te stellen bij de commercialisering van gereglementeerde spaarrekeningen bij niet-professionele cliënten blijft wel behouden.

Uitstel voor risicolabel en prestatiescenario’s

Het KB van 25 april 2014 legt ook vereisten op met betrekking tot de reclame bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten (Titel 3 ?Reclame en andere documenten en berichten?, KB van 25 april 2014).
Zo bepaalt het KB de minimuminhoud van de reclame en voorziet het in de verplichting om in de reclame prestatiescenario’s te vermelden die conform artikel 4, § 5, van het KB zijn opgesteld.

De PRIIP?s-verordening voorziet ook in de verplichting om, in het essentiële- informatiedocument, een risico-indicator en prestatiescenario’s op te nemen. Deze bepalingen moeten echter ook nog verduidelijkt worden via technische reguleringsnormen waarvan de inhoud momenteel nog niet bekend is.

Voornoemde verplichting betreft het document met essentiële informatie en niet de reclame waarvan de inhoud niet door de PRIIP?s-verordening wordt gereguleerd. Artikel 9 van de PRIIP’s-verordening verduidelijkt echter dat marketingcommunicatie over producten die door die verordening worden geviseerd, geen uitspraken mag bevatten die in strijd zijn met de informatie in het essentiële- informatiedocument.

Daarom stelt het KB van 2 juni 2015 ook de inwerkingtreding van de bepalingen van het KB van 25 april 2014 uit die de vermelding van een risicolabel (5 risicoklassen) en prestatiescenario?s in de reclame opleggen.

Bovendien schort het KB van 2 juni 2015 de inwerkingtreding van artikel 22, e) van het KB van 25 april 2014 op. Dat artikel verbindt diverse voorwaarden aan de vermelding van het toekomstige rendement (andere dan voornoemde prestatiescenario’s) in de reclame, waaronder het feit dat het rendement uitsluitend dient te worden weergegeven aan de hand van een simulator die ter beschikking wordt gesteld van de cliënten in de hypothese dat het toekomstige rendement van het product aan de evolutie van een of meer activa, indexen of referentiewaarden is gekoppeld.

Opgelet !
De inwerkingtredingsdatum van de overige bepalingen van Titel 3 ?Reclame en andere documenten en berichten? van het KB van 25 april 2014 in verband met reclame blijft 12 juni 2015, ook voor de gereglementeerde spaarrekeningen.

In werking

Het KB van 2 juni 2015 treedt in werking op 10 juni 2015.

Het wijzigt het ‘KB van 25 april 2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten’.

Bron: Koninklijk besluit van 2 juni 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten, BS 10 juni 2015.

Zie ook:
– Verordening (EU) Nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiëleinformatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten’, Pb.L. 9 december 2014, afl. 352; err. Pb.L., 13 december 2014, afl. 358 (PRIIP?s-verordening).
Koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten, BS 12 juni 2014 (transversaal KB).