news

Uitstel voor Centraal Register Solvabiliteit (art. 171 - 174 Potpourri IV)

31
01
‘17

Het ?Centraal register Solvabiliteit? zal pas op 1 april 2017 klaar zijn voor gebruik. Dat is 3 maanden later dan gepland. Maar veel is er niet aan de hand.

Het gaat eigenlijk om een technisch uitstel. De voorbije maanden werd immers duidelijk dat niet alleen de gegevens van nieuwe faillissementen konden worden ingevoerd in het register. Het systeem laat het technisch toe om àlle faillissementen op te laden in het register, dus ook de informatie van oude zaken. Maar zo’n globale gegevensoplading vraagt meer tijd. Om issues bij het gebruik van het register te vermijden, werd de opstart daarom met 3 maanden uitgesteld.

Van die extra maanden wordt ook gebruik gemaakt om een aantal minimale aanpassingen door te voeren in het wettelijk kader. Allemaal wijziging(-etjes) om de uitrol vlotter te laten verlopen. Zo worden bijvoorbeeld de bepalingen met betrekking tot de retributie aangepast. Het was immers altijd al de bedoeling van de wetgever om naast de beheerskosten ook de inrichtingskosten door de retributie te dekken. Omdat de wettekst wat onduidelijk was op dat vlak, wordt dit nu uitdrukkelijk opgenomen.

Rechtszekerheid speelt ook in de rechtsgeldigheid van een ingediende schuldvordering. Voortaan wordt het adres van de curator expressis verbis vermeld, zodat vermeden wordt dat schuldvorderingen ook naar het privé adres van de curator of naar de exploitatiezetel van de gefailleerde worden gestuurd. De aangetekende neerlegging of het ontvangstbewijs geeft een vaste datum om eventuele discussies over de tijdige neerlegging te kunnen beslechten.

Tot slot komt er een nieuwe element in de overgangsregeling voor faillissementen die reeds geopend maar niet afgesloten zijn op 1 april 2017. Om te vermijden dat alle documenten uit bestaande faillissementen zouden moeten worden opgeladen in het register, creëert de wetgever een uitzondering op de verplichting tot digitalisering van de dossiers.

Herinner dat het Centraal Register Solvabiliteit fungeert als geïnformatiseerde gegevensbank, waar faillissementsdossiers in worden opgeslagen en bewaard. De digitalisering van de procedure moet de administratie en werklast aanzienlijk verminderen. De Orde van Vlaamse Balies en Ordre des Barreaux francophones et germanophone staan samen in voor de inrichting en het beheer van het register. In het kader van hun wettelijke opdracht hebben de magistraten, de griffiers, het openbaar ministerie, de parketsecretarissen, de curators, de rechter-commissarissen, maar ook de gefailleerden, de schuldeisers, de derden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, en de beheerder toegang tot de voor hen relevante gegevens.

Hoofdstuk 30 van de vierde Potpourri-wet treedt retroactief in werking op 31 december 2016.

Bron: Wet van 25 december 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie, BS 30 december 2016. (art. 171 ? 174 Potpourri IV)

Zie ook
Wet van 1 december 2016 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de faillissementswet van 8 augustus 1997 met het oog op de invoering van het Centraal Register Solvabiliteit, BS 11 januari 2017.
Amendementen nrs 130 en volgende bij wetsontwerp tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie, Parl. St. Kamer 2016, nr. 54K1986/009.