news

Financiële instellingen mobiliseren schuldvorderingen voor eigen financiering

24
08
‘12

Een wet van 3 augustus 2012 vergemakkelijkt de mobilisering van schuldvorderingen in de financiële sector. Financiële instellingen kunnen daardoor hun kredietvorderingen rechtstreeks als waarborg gebruiken bij hun eigen financieringstransacties, of op een andere manier gebruiken om liquiditeiten aan te trekken (bv. uitgifte van asset backed securities om fondsen te mobiliseren bij de Europese Centrale bank). De financiële instellingen kunnen nu ook covered bonds (gewaarborgde obligaties) uitgeven.

Mobilisering van bankvorderingen

Overheidsopdrachten
De wetgeving op de overheidsopdrachten bepaalt in grote lijnen dat het verboden is om een beslag, cessie of pand van schuldvorderingen op aanbestedende overheden en overheidsbedrijven uit te voeren vóór de voorlopige oplevering van de werken waarop de schuldvordering betrekking heeft. Elke overdracht en inpandgeving van de schuldvordering moet door de cessionaris aan de aanbestedende overheid betekend worden aan de hand van een zware procedure (art. 23 en 41, overheidsopdrachtenwet 1993 en art. 43 en 55, overheidsopdrachtenwet 2006).

De wet van 3 augustus 2012 versoepelt de regels inzake cessie en inpandgeving van schuldvorderingen op aanbestedende overheden, zowel voor de aanbestedende overheden als voor de financiële sector.
Ze maakt de artikelen 23 en 41 juncto 23 van overheidsopdrachtenwet 1993 en de artikelen 43 en 55 juncto 43 van overheidsopdrachtenwet 2006 niet van toepassing bij een overdracht of verpanding van een bankvordering die voortvloeit uit overheidsopdrachten m.b.t. het toestaan van een lening of een krediet aan een aanbestedende overheid of een overheidsbedrijf, wanneer die overdracht of verpanding gebeurt door of aan een kredietinstelling, een financiële instelling of een mobiliseringsinstelling.

De overdracht of de verpanding is tegenstelbaar aan de schuldenaar van de bankvordering vanaf het ogenblik dat de overdracht of de verpanding aan de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf bij deurwaardersexploot werd betekend of ter kennis werd gebracht met een aangetekende brief.
De betekening of kennisgeving moet uiterlijk tegelijk met het verzoek tot betaling van de overnemer of van de pandhoudende schuldeiser gebeuren.
Verschillende overgedragen of in pand gegeven schuldvorderingen kunnen betekend worden met hetzelfde deurwaardersexploot of ter kennis worden gebracht met dezelfde aangetekende brief. De aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf brengt de overnemers van bankvorderingen en pandhoudende schuldeisers met een aangetekende brief op de hoogte van de beslagen onder derden of verzetten waarvan zij op de hoogte is gebracht op verzoek van de bevoorrechte schuldeisers.

Niet door een hypotheek gewaarborgde kredietopeningen
Een schuldvordering uit een voorschot, toegestaan in het kader van een kredietopening (waarvoor geen hypotheek, onroerend voorrecht, hypotheekbelofte of hypothecair mandaat werd toegekend), kan worden overgedragen.
De cessionnaris zal de voorrechten en zekerheden genieten die tot zekerheid van de kredietopening werden verstrekt. De gecedeerde schuldvordering zal bij voorrang (behoudens andersluidende overeenkomst) worden uitbetaald op de andere schuldvorderingen die voortvloeien uit de kredietopening.

Andere dan hypothecaire zekerheden voor toekomstige schulden of voor alle sommen
Wanneer een zelfde voorrecht, pand, pand op een handelszaak of persoonlijke zekerheid dient als waarborg voor verschillende bankvorderingen, dan kan (behoudens andersluidende overeenkomst), elke gewaarborgde schuldvordering overgedragen worden en geniet elke overnemer het voordeel van de voorrechten en zekerheden ten belope van de overgedragen schuldvordering.

De rangregelingen en achterstellingen die vastgesteld worden om de volgorde van de betalingen van die bankvorderingen te regelen, inclusief dergelijke regelingen of achterstellingen ten gunste van een bijzonder vermogen van een kredietinstelling die Belgische covered bonds heeft uitgegeven, kunnen van rechtswege worden tegengesteld aan alle andere derden dan de schuldenaars van de achtergestelde bankvorderingen of de schuldenaars van de persoonlijke zekerheden. Ze kunnen worden tegengesteld aan de betrokken schuldenaars, zodra die daarvan op de hoogte zijn gebracht. Zo’n rangregeling of achterstelling mag geen afbreuk doen aan de rechten die derden hadden verworven vóór de datum van de overdracht of vóór de datum van de rangregeling of achterstelling, tenzij met het uitdrukkelijk akkoord van die derden.

Schuldvergelijking en bepaalde andere excepties

Wanneer de overdracht of de inpandgeving van een schuldvordering op een kredietinstelling of een financiële instelling (gekoppeld aan de in art. 3, §2, wet statuut kredietinstellingen, vermelde diensten) ter kennis van deze instelling is gebracht of door haar is erkend, kan die instelling zich tegenover de overnemer of de pandhoudende schuldeiser niet meer beroepen op:

  • de wettelijke of conventionele schuldvergelijking van de overgedragen of in pand gegeven schuldvordering, indien de voorwaarden van de schuldvergelijking pas na de kennisgeving of de erkenning zijn vervuld;
  • de exceptie van niet-uitvoering waardoor de betaling van de overgedragen of in pand gegeven schuldvordering zou zijn geschorst of verminderd, indien de voorwaarden van de exceptie van niet-uitvoering pas na de kennisgeving of de erkenning zijn vervuld.

    Wanneer de overdracht of de inpandgeving van een bankvordering door of aan een kredietinstelling, een financiële instelling of een mobiliseringsinstelling ter kennis van de schuldenaar is gebracht of door hem is erkend, dan kan deze laatste zich niet meer beroepen op de wettelijke of conventionele schuldvergelijking van de overgedragen of in pand gegeven schuldvordering ten opzichte van de overnemer of de pandhoudende schuldeiser. Dit indien de voorwaarden van de schuldvergelijking pas na de kennisgeving of de erkenning zijn vervuld.

    Is de overdracht of de inpandgeving van een bankvordering door of aan een kredietinstelling, een financiële instelling of een mobiliseringsinstelling ter kennis gebracht van de schuldenaar of erkend door hem, dan kan deze laatste zich ten tegenover de overdrager of de pandhoudende schuldeiser niet meer beroepen op de exceptie van niet-uitvoering waardoor de betaling van de overgedragen of in pand gegeven schuldvordering zou zijn geschorst of verminderd. Dit indien de voorwaarden van de exceptie van niet-uitvoering pas na de kennisgeving of de erkenning zijn vervuld.

    Na de overdracht of de inpandgeving van een bankvordering door of aan een kredietinstelling, een financiële instelling of een mobiliseringsinstelling, kan de schuldenaar, ongeacht of hij vooraf al dan niet op de hoogte is gebracht van de overdracht of de inpandgeving of deze al dan niet heeft erkend, zich niet meer beroepen op de wettelijke of conventionele schuldvergelijking of op de exceptie van niet-uitvoering, ten aanzien van de overnemer, van de overdrager, of van de pandhoudende schuldeiser. Dit indien de voorwaarden van de schuldvergelijking of van de exceptie van niet-uitvoering pas naar aanleiding van of ten gevolge van de insolvabiliteitsprocedure of van een samenloop m.b.t. de overdrager of de pandgever zijn vervuld.

    Deze regeling over de schuldvergelijkingen en bepaalde andere excepties doet geen afbreuk aan de geldigheid en de tegenwerpelijkheid van de gestelde zekerheden (zoals een algemeen pandbeding of een bijzonder pandrecht op alle schuldvorderingen, waarbij deze vorderingen van de klant op de bank het een zekerheid vormen ten gunste van de bank) en bepaalde conventionele verplichtingen (zoals de verplichting om het voorafgaand akkoord van de schuldenaar resp. de bank of financiële instelling te vragen voor een cessie of inpandgave). Zij beletten ook niet dat de schuldvergelijking wordt toegepast wanneer dit gebeurt voor de realisatie van een pand of andere zakelijke zekerheid (zoals een algemeen pandbeding of een bijzonder pandrecht).

    Vormvereisten en toebehoren
    Naar het voorbeeld van de ?wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles’ (art. 22) vermijdt de wet van 3 augustus 2012 dat bepaalde vormvereisten worden vermeden en dat alle accessoria van kredietvorderingen (verzekeringen, landbouwvoorrecht) vormloos de kredietvordering volgen.
    Bovendien werkt de wet een regeling uit voor de overdracht van mandaten tot vestiging van een pand op de handelszaak. Anders dan voor schuldvorderingen gewaarborgd door een hypotheek (waar de Hypotheekwet een randmelding bij het hypotheekkantoor voorschrijft voor de tegenwerpelijkheid van de cessie aan derden) legt de wetgeving voor vorderingen die gewaarborgd zijn door een pand op de handelszaak geen bijzondere formaliteiten op voor de tegenwerpelijkheid van hun cessie.

    Op voorwaarde dat de eerste schuldeiser die het mandaat bedongen heeft, als waarborg aan de wettelijke voorwaarden voldeed, kunnen latere cessionarissen of pandhouders die niet aan die voorwaarden zouden voldoen (zoals bv. een vennootschap voor belegging in schuldvorderingen) toch begunstigde zijn van het pand op de handelszaak dat na de cessie wordt gevestigd en ingeschreven op basis van het mandaat dat als waarborg diende van de overgedragen of verpande kredietvordering.

    Belgische covered bonds

    De overdracht van bankvorderingen, financiële instrumenten en hun toebehoren of andere rechten die daarop betrekking hebben, door of aan een kredietinstelling die Belgische covered bonds uitgeeft, die krachtens een overeenkomst van overdracht wordt bepaald als een overdracht tegen een prijs:

  • wordt beschouwd als een verkoop van die activa indien de overdracht geschiedt in het kader van of met het oog op de uitgifte van Belgische covered bonds of van een programma voor uitgifte van Belgische covered bonds;
  • is geldig en tegenstelbaar aan derden en kan dus uitwerking krijgen, zelfs in geval van een insolvabiliteitsprocedure of van beslag of in geval van samenloop, indien de overdracht de opening van een insolvabiliteitsprocedure, een beslag of een samenloop voorafgaat. Of, indien de overdracht na dit moment is geschied, indien de tegenpartij zich op het moment waarop de overeenkomst werd gesloten kan beroepen op een gewettigde onwetendheid over het feit dat een dergelijke procedure of situatie eerder heeft plaatsgevonden.
  • Een registratie van een bestanddeel van de activa door een kredietinstelling die Belgische covered bonds uitgeeft, is geldig en tegenstelbaar aan derden en kan dus uitwerking krijgen indien de registratie:

  • de opening van een insolvabiliteitsprocedure, een beslag of een samenloop voorafgaat; of
  • werd verricht op de dag van de opening van de insolvabiliteitsprocedure voor zover de instelling zich kan beroepen op een gewettigde onwetendheid over de opening van de insolvabiliteitsprocedure.
  • Een registratie van een bankvordering in het register van een bijzonder vermogen in kader van de emissie van covered bonds, moet behandeld worden op dezelfde manier als een cessie van dezelfde vordering, zonder dat het als een cessie kan worden gekwalificeerd.

    Toepassing in de tijd

    Bovenstaande regeling (hoofdstuk 3, wet van 3 augustus 2012) is van toepassing op alle overeenkomsten die werden gesloten vóór 3 september 2012, op de schuldvorderingen die er het gevolg van zijn en op de zekerheden en waarborgen (incl. de onherroepbare mandaten) die werden verleend of die dateren van vóór 3 septemebr 2012.

    De artikelen 3, 4, 5 en 7 van de wet van 3 augustus 2012 zijn niet van toepassing op de overdrachten of inpandgevingen van bankvorderingen die:

  • dateren van vóór 3 september 2012; of
  • plaatsvinden na 3 september 2012 maar ter uitvoering van overeenkomsten die werden gesloten vóór deze datum, behalve indien de overnemer en de overdrager, of de pandhoudende schuldeiser en de pandgever van schuldvorderingen, na 3 september 2012 contractueel overeenkomen dat artikelen 3, 4, 5 of 7 van de wet van 3 augustus 2012 van toepassing zijn.
  • Wijzigingsbepalingen

    De wet van 3 augustus 2012 stemt ook nog de wet op het hypothecair krediet, de wet op het consumentenkrediet en de wet betreffende de financiële zekerheden af op de nieuwe regelgeving over de mobilisering van schuldvorderingen in de financiële sector.

    Bron: Wet van 3 augustus 2012 betreffende diverse maatregelen ter vergemakkelijking van de mobilisering van schuldvorderingen in de financiële sector, BS 24 augustus 2012 (ed. 2), 50.674.

    Zie ook:
    Wet van 3 augustus 2012 tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds, BS 24 augustus 2012, 50.683.
    – Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, BS 15 februari 2007 (overheidsopdrachtenwet 2006).
    Wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, BS 9 maart 2005; Err. BS 11 april 2008.
    – Wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, BS 22 januari 1994 (overheidsopdrachtenwet 1993).
    Wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, BS 19 april 1993.