Vanaf 1 januari 2013 wordt het beschikbaarheidsbeginsel op 60 jaar gebracht. In tewerkstellingsgebieden met een lage werkloosheidsgraad zal dat zelfs 65 jaar worden. Nu moeten werkzoekenden vanaf 58 jaar zonder bijkomende voorwaarden, en vanaf 50 jaar met bijkomende voorwaarden, niet meer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Ze mogen dus een dienstbetrekking weigeren.
Een ?lage werkloosheidsgraad’ betekent dat de werkloze op het tijdstip van de aanvang van de vrijstelling zijn hoofdverblijfplaats heeft in een gemeente die voorkomt op de lijst van gemeenten met een lage werkloosheidsgraad. De RVA stelt die lijst op.
Daarmee samenhangend brengt de federale overheid de leeftijd waarop de actieve beschikbaarheid wordt gecontroleerd in 2013 op 55 jaar. In 2016 zou dat ten minste 58 jaar worden.
Zodra de ?controle op de beschikbaarheid’ een gewestbevoegdheid wordt, zullen de regio’s volledig bevoegd zijn om zelf de leeftijd waarop de beschikbaarheid wordt gecontroleerd, te verhogen. Op die manier zullen ze beter rekening kunnen houden met de specificiteit van hun arbeidsmarkt.
Indien één of meer gewesten dit doen, zullen de sancties van de RVA ook aangepast worden. Want het Vlinderakkoord van 11 oktober 2011 bepaalt dat het normerend kader voor het actief werk zoeken, en de administratieve controle en sancties, een federale bevoegdheid blijven.
Bron: Koninklijk besluit van 10 november 2012 tot wijziging van de artikelen 59bis en 89 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 4 juli 2004 houdende de wijziging van de werkloosheidsreglementering ten aanzien van volledig werklozen die actief moeten zoeken naar werk, BS 22 november 2012.