news

Belasting op de omzetting van effecten aan toonder strijdig met de Europese regelgeving.

10
04
‘15

Belasting op de omzetting van effecten aan toonder strijdig met de Europese regelgeving.

In het arrest C-299/13 – GIELEN/MINISTERRAAD oordeelde het Hof van Justitie op 9 oktober 2014 dat de Belgische belasting op de omzetting van effecten aan toonder strijdig is met de Europese regelgeving.

Ten laatste op 31 december 2013 moesten houders van effecten aan toonder deze omgezet hebben in effecten op naam of in gedematerialiseerde effecten. De wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen heeft per 1 januari 2012 een taks op de omzetting van deze effecten ingevoerd.

In 2012 bedroeg deze taks 1% op de boekwaarde. In 2013 werd deze belasting verdubbeld tot 2%.

Het Hof oordeelde dat deze belasting strijdig was met artikel 5, lid 2 van de richtlijn van 12 februari 2008 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal. Dit artikel bepaalt:

De lidstaten heffen geen enkele indirecte belasting, in welke vorm dan ook, ter zake van:
Het opmaken, de uitgifte, de toelating ter beurze, het in omloop brengen of het verhandelen van aandelen, deelbewijzen of andere soortgelijke effecten, alsmede van certificaten van deze stukken, onverschillig door wie zij worden uitgegeven.

Artikel 6 van deze richtlijn bepaalt enkele uitzonderingen op deze regeling, maar de Belgische belasting kon niet beantwoorden aan de voorwaarden om als uitzondering gekwalificeerd te worden.

Het Hof van Justitie velde dit arrest, nadat deze zaak via een prejudiciële vraag van het Grondwettelijk Hof aanhangig gemaakt werd. Wanneer het Grondwettelijk Hof, dit arrest indachtig, uitspraak zal doen, kunnen de belastingplichtigen hun betaling terugvorderen.
Indien de belastingplichtige deze betaling binnen de termijn van de afgelopen twee jaar voldaan heeft, moet de belastingplichtige het arrest van het Grondwettelijk Hof zelfs niet afwachten, vermits krachtens artikel 202/8 een rechtsvordering tot terugbetaling kan worden ingesteld tot 2 jaar vanaf de dag dat de rechtsvordering ontstaan is.

Effectenhouders aan wie de belasting is doorgerekend, kunnen deze belasting niet zelf terugvorderen. Zij dienen de financiële instelling of uitgevende vennootschap van de effecten te contacteren, zodat een regeling getroffen kan worden.

Auteur: Dennis Wollants – Advocaat